Waar komt joekel vandaan?
a Het Middelnederlandse joekel was de algemene benaming voor een dier dat een joc (een juk) kon dragen. Veelal waren het ossen en paarden die een juk om de hals kregen, bijvoorbeeld als ze de akkers moesten ploegen.
b Het is ontleend aan het Romani, de taal van de zigeuners. Dshuklo betekent ‘hond’ in deze taal.
c Joekel is afkomstig uit het Bargoens, de taal van de marskramers, zwervers en boeven. Het Bargoens bevat onder andere elementen van het Hebreeuws en het Jiddisch. Joekel is afgeleid van het Hebreeuwse djukel, dat ‘groot’ of ‘grof’ betekent.