Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Wladislaw

betekenis & definitie

Wladislaw - naam van vorsten en koningen van Polen. Genoemd worden:

W. I, die in 1079 zijn broeder Boleslaw I in de reg. van Polen opvolgde. Hij kon met moeite zijn gezag handhaven en moest Silezië afstaan aan Bohemen. Hij stierf in 1102, na het rijk onder zijn zoons verdeeld te hebben.
W. II was bij de aanvaarding van de reg. alleen in het bezit van Silezië en Krakau (1138), terwijl hij in naam het oppergezag had over geheel Polen. Een poging van zijn broers om zich tegen diens macht te verzetten, mislukte. Toen hij echter den ' Duitschen keizer Koenraad als leenheer erkende, werd hij door de Polen verjaagd (1146). Het gelukte den Duitschen keizer niet, hem in zijn waardigheid te herstellen.
W. I Lokietek, oorspronkelijk vorst van Kujavië, werd in 1306, nadat vroegere pogingen tot het vestigen van het gezag van Polen mislukt waren, vorst van Polen. In 1320 liet hij zich te Krakau tot koning kronen. Met hem rekent men den nationalen Poolschen staat te beginnen. Hij stierf in 1333.
W. II Jagello, oorspronkelijk groothertog van Lithauwen, werd in 1386 koning van Polen. De Lithauwen werden door hem tot den Roomsch-Kathol. godsdienst bekeerd (stichting van het bisdom Wilna). Hij was echter genoodzaakt Lithauwen een zekere zelfstandigheid te geven onder een eigen vorst, maar slaagde er in, een nauw samengaan der beide staten te handhaven (verdrag van Wilna 1401). Van de zwakte van Bohemen maakte hij gebruik om het Poolsche gezag in Silezië te vestigen. In 1409 geraakte hij in strijd met de Duitsche Orde, waarbij deze een zware nederlaag leed bij Tannenberg (1410). Het gelukte echter den Polen niet, voordeel te trekken van hun overwinning en in 1410 kwam de vrede van Thorn tot stand, waarbij door de Duitsche Orde werd afgestaan. Onder zijn bestuur kreeg de adel gedaan, dat de koning de vrijheid van persoon en goed erkende; alleen krachtens rechterlijke vormen zou daarop inbreuk gemaakt kunnen worden (1433). In 1434 stierf W.
W. III Warneczyk volgde in 1434 zijn vader op. Gedurende zijn minderjarigheid maakte de adel zich van het gezag meester. In 1440 werd hij ook koning van Hongarije. Hij belastte zich met de leiding van een kruistocht tegen de Turken, die hem in 1444 vrede aanboden. Hoewel de vrede geteekend was, trok W., daartoe overgehaald door den Pausel. legaat, tegen de Turken in ’t veld en werd hij verslagen en gedood bij Warna (1444).

< >