Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Boleslaw

betekenis & definitie

Boleslaw - Naam van verschillende vorsten van Bohemen, Polen en Silezië. Hertogen van Bohemen: B. I. (935-967), kwam na het vermoorden van zijn broeder, Wenzel den Heilige, aan de regeering, bevorderde later het Christendom in zijn gebied, streefde vruchteloos naar vrijmaking van Bohemen van Duitschland en moest ten slotte den Bohemen binnengevallen Keizer Otto I als opperheer huldigen (950); B. breidde zijn gebied uit door er Moravië, West-Galicië en een deel van Silezië aan toe te voegen. — B. II. (967-999), zoon en opvolger van den vorige, werd herhaaldelijk gedwongen Duitschlands opperheerschappij te erkennen, hoewel hij alle krachten inspande om zich onafhankelijk te houden: onder hem werd het bisdom Praag opgericht (973). — B. III. de Roode, zoon en opvolger van den vorige (999-1002), verloor de door zijn grootvader veroverde landstreken aan Polen en maakte zich door zijn wreedheid zoo gehaat, dat hij in 1002 de vlucht moest nemen; hij stierf 1037. — Hertogen en Koningen van Polen uit het huis der Piasten: B. I. de Dappere, (992-1025), zoon van Miecyslaw I, grondlegger der onafhankelijkheid van Polen; hij wist bijna alle Noordwestelijk-Slavische landen onder zijn heerschappij te brengen, veroverde Danzig, Krakau, Silezië en Moravië, dwong Kiew tot overgave en bracht Rood-Rusland in zijn bezit. Na den dood van Keizer Otto III drong B. ook Duitschland binnen en het gelukte diens opvolger keizer Hendrik II slechts met groote krachtsinspanning hem terug te dringen; Hendrik moest bij den vrede van Bautzen in 1019 de Lausitz aan B. als leengoed afstaan. B. droeg door het oprichten van de bisdommen Kolberg, Krakau en Breslau veel bij tot de verbreiding van het Christendom in Polen.

Nadat hij in 1024 den koningstitel had aangenomen, stierf hij in 1025. — B. II de Koene (1058 -79), zoon van Kasimir I, verkreeg door zijn zegepraal over de Pruisen en Pommeren en door een tocht naar Rusland, op welken hij het verloren gegane Kiew weder vermeesterde, tijdelijk groot aanzien, en maakte daarvan gebruik om Kerstmis 1076 zich de koningskroon op het hoofd te zetten; toen hij de met den adel verbonden geestelijkheid echter in haar vrijheden wilde beperken, werd hij uit zijn rijk verdreven; hij zou in 1082 in een klooster in Carinthië overleden zijn. — B. III Scheefmond (1102-39), zoon van Wladislaw I Herman, voerde onophoudelijk oorlog met Pommeren, Bohemen en Rusland, had daarbij met binnenlandische onlusten te kampen. Hij verdeelde zijn rijk onder zijn vier zonen. — B. IV de Kroesharige, (1146 73), zoon van den vorige, verkreeg bij de deeling van het rijk zijns vaders slechts Masowië en Kujawië, verdreef echter zijn oudsten broeder, Wladislaw II, en eigende zich diens gebied toe. — B. V de Kuische, (12261279) stond tot 1242 onder regentschap van Heinrich met den Baard van Silezië, moest in 1259 voor de Tartaren vluchten en begaf zich daarop naar Hongarije en versloeg bij zijne terugkeer de in zijn gebied plunderend rondzwervende Russen, 1266. Onder hem maakte Silezië zich van Polen los. — Hertogen van Silezië: B. I. de Lange, oudste zoon van Koning Wladislaw II van Polen en Hertog van Silezië, verkreeg na diens dood in 1163 van zijn oom, Koning B. IV (zie boven) Midden-Silezië met Breslau als Poolsch leen en werd de stamvader der hertogen van Neder-Silezië uit het huis der Piasten, hij bevorderde ijverig de germaniseering van zijn gebied; hij overl. 1201. — B. II, zoon van Hertog Heinrich II van Neder-Silezië, verkreeg in 1248 bij de deeling met zijn broeders Midden-Silezië met Breslau, ruilde dit in 1251 tegen Neder-Silezië met Liegnitz en werd de stamvader der oudere linie Liegnitz; overl. in 1278. — B. III, Hertog van Liegnitz-Brieg, kleinzoon van den vorige, (12911352), volgde in 1296 zijn vader Heinrich V in Brieg en in 1331 zijn broeder Wladislaw in Liegnitz op; hij is de stichter der linie Brieg.

< >