Wagenaar (luitjen hzn.) - 1854—1910, geb. te Heerenveen, pred. te Wons 1881, te Heeg 1883, waar hij in 1887 de doleantie zeer bevorderd heeft, heel Friesland door. In 1888 werd hij Geref. pred. te Leeuwarden, 1893 te Arnhem, 1897 te Middelburg, waar hij gestorven is. Hij was ook een beoefenaar der Friesche taal, waarin hij een tooneelstuk heeft uitgegeven (Tjerk Ages).
Hij schreef o. a. Het Réveil en de Afscheiding (1880); De Hervormer van Gelderland (Joh. Fontanus) (1898); Us Heit (= onze Vader, het leven van Graaf Willem Lodewijk van Nassau) (1903); Van Strijd en Overwinning (de Dortsche Synode van 1618—19), (1909), enz.