Vries (scato gocko de) - Bibliothecaris aan de Rijksuniversiteit te Leiden, sinds 1897, en buitengewoon hoogleeraar in de Middelnederl. palaeographie ald. (1909), was in 1861 te Leiden geb. als zoon van den vermaarden Leidschen hoogleeraar Matthias de Vr. Na in 1885 aan de Leidsche universiteit te zijn gepromoveerd op een proefschrift: Epistula Sapphus ad Phaonem, werd hij kort daarna (1886) aangesteld tot Conservator voor de handschriften aan de bibliotheek, thans door hem bestuurd. Eigen aanleg en voorkeur leidden hem tot de speciale studie der handschriftenkunde, voor welker beoefening hij in 1889/90 zijn: Exercitationes palaeographicae uitgaf. De reeks van: Codices Graeci et Latini photografice depicti, aangevangen in 1897 onder leiding van den voormaligen bibliothecaris Dr. W. N. du Rieu, werd na diens dood door de Vr. voortgezet en omvat 19 dln. en 9 supplem. dln.
Hij verzorgde o. a. de schitterende uitgaaf van het: Breviario Grimani della bibliotheca di S. Marco in Venezia (Leiden 1903— 10) in 3 dln. en 1568 bldn. In verband met zijn bovengenoemd hoogleeraarsambt verscheen in 1909 zijn: Album palaeographicum in 54 bladen. Ook verleende hij zijn medewerking aan : Chefs d'oeuvre de Memlinc, reproduits dans les couleurs des originaux, dat hij met Pol de Mont van een beschrijvenden tekst voorzag (Leyde 1911). Onderwijl was hij van 1896—1920 tevens Secretaris der Maatschappij v. Ned. letterk. te Leiden.