Spruitkool - is de naam van een koolsoort, die in de oksels der stengelbladeren kleine kropjes vormt, welke bestaan uit een kort stengeldeel, over welks top een groot aantal bladeren dicht zijn samengevouwen. Deze kropjes dienen als groente, welke uitsluitend in den winter gebruikt wordt. De teelt van de s. is in ons land vrij uitgebreid. Bij de tuinbouwtelling van 1912 was er 932 H.A. mede bezet, waarvan alleen in Zuid-Holland 760 H.A. Het is vooral in de gemeenten ’s-Gravenzande, Naaldwijk en Monster, dat de teelt wordt beoefend en wel bijna uitsluitend als navrucht na vroege aardappelen.
Daartoe wordt de s. in de maand April uitgezaaid en reeds op het aardappelveld geplant vóórdat de oogst van de voorvrucht heeft plaats gehad. Dit doet men, omdat de grond na het rooien van de aardappelen dikwijls zóó droog is, dat men de planten dan niet aan den groei zou krijgen. In andere streken verbouwt men de s. veel als navrucht na erwten of tuinboonen (Beemster), na pootuien (Zwijndrecht) of als tusschenteelt bij aardbeien (Beverwijk).