Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Saccharomyceten

betekenis & definitie

Saccharomyceten - een afdeeling der Ascomyceten, waartoe als voornaamste geslacht behoort Saccharomyces, de Gist. Het geslacht omvat ongeveer 40 soorten. De planten bestaan uit geïsoleerde of samenhangende, ellipsvormige of ronde, zeer kleine cellen, die zich door spruiting vermeerderen. De dochtercellen ontstaan als knopvormige lichamen uit de moedercel, groeien tot de grootte van deze aan, en blijven ermee samenhangen of laten los.

Verder is er een andere voortplanting door ascosporen, die ten getale van 1, 2, 4 of 8 in de moedercel ontstaan. Meestal gaat aan de sporenvorming een versmelting van 2 cellen vooraf. De meest bekende soort is S. cerevisiae, de Biergist, die in tal van variëteiten voorkomt en die Glucose, Maltose en Saccharose vergist tot koolzuur en alkohol. Op de slijmvliezen van den mond van zoogdieren en menschen komt S. albicans voor; de vliezen op wijn, bier, zure augurken, enz. bestaan uit S. mycoderma (= Mycoderma Aceti). S. apiculatus vergist Glucose doch niet Saccharose en Maltose, en speelt een belangrijke rol bij de bereiding van vruchtenwijnen. S. kefyr komt in de kefyr-korrels voor te zamen met de melkzuurbacterie en Bacillus caucasicus. Zie verder GIST.

< >