Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Rubidium

betekenis & definitie

Rubidium - scheikundig element, behoorende tot de alkalimetalen, atoomgewicht 86,4. In 1861 door Bunsen en Kirchhoff door spectraalanalytisch onderzoek van mineraalwater van Dürkheim ontdekt. Den naam dankt het aan zijn beide karakteristieke, donkerroode (Lat. rubidus = donkerrood) spectraallijnen. Het komt, evenals lithium en caesium, zeer verspreid, echter meest in zeer kleine hoeveelheden, naast kalium en natrium voor.

Het wordt tegenwoordig meestal uit de moederloogen van de kaliumchloride-kristallisatie uit carnaliet bereid door middel van de weinig oplosbare rubidiumaluin. Het vrije element is een zilverwit metaal, dat echter in de lucht direct zijn metaalglans verliest. Het is na caesium het weekste van alle metalen en heeft bij — 10° nog de consistentie van was. Het smeltpunt is bij 38,6°, kookpunt bij 696°, waarbij een damp ontstaat van blauwe, iets naar het groen trekkende kleur. Het s. g. bij 16° bedraagt 1,6. Verder vertoont het r. zoowel in zijn physisch als in zijn chemisch gedrag een zeer groote overeenkomst met kalium. Het is echter meer electro-positief dan dit. De zouten met de sterkste anionen (chloraat, perchloraat, aluin, nitraat, chloroplatinaat) zijn nog minder oplosbaar dan de kaliumzouten ; vandaar zijn gebruik o. a. in de micro-chemie.

< >