Postduif, - Columba domestica tabellaria, een ras van de huisduif. In de grijze Oudheid is al opgemerkt, dat duiven voor het hok, waarin zij gepaard hebben, een bijzondere gehechtheid vertoonen; door voortgezette teeltkeus heeft men een ras gekregen, dat de eigenschappen voor den depêche-dienst op gelukkige wijze in zich vereenigt. Het gebruik om berichten door middel van duiven over te brengen, is afkomstig uit het O. Bij het terugvliegen speelt het herinneringsvermogen een zeer groote rol. Goede postduiven kunnen 500 K.M. doorvliegen, per minuut meer dan 1 K.M. Er zijn verschillende typen van p., van welke vooral te noemen zijn de Antwerper-, de Luiker- en de Engelsche p. of Carrier.
In ons land worden vooral gekruist het Antwerpsche en Luiksche ras. Gedurende het beleg van Parijs is het nut der p. voor militair gebruik aan het licht gekomen; er werden meer dan 1.000.000 berichten met p. overgebracht. In 1888 werden ook hier te lande voor dit doel 3 stations opgericht (Utrecht, Pannerden, IJmuiden), ressorteerend bij de genie. In 1903 werd echter de Rijkspostduivendienst gevestigd te ’s-Gravenhage. De inrichting verschilt naarmate bestemming voor permanente stellingen of voor veldleger. Bij eerstgenoemde bestaat gelegenheid om reeds in tijd van vrede met behulp van vaste rijks- of particuliere stations verbinding voor te bereiden tusschen de punten, welke daarvoor in aanmerking komen. Bij het veldleger bestaat die gelegenheid niet; daarom worden hiervoor verplaatsbare stations medegevoerd, al is gebruik van particuliere stations niet uitgesloten. Hiernaast bestaan ook een aantal particuliere Postduiven-vereenigingen; vele van deze zijn aangesloten bij den Nederlandsche Algemeenen Bond voor Postduivenliefhebbers.
