Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Polarimeter

betekenis & definitie

Polarimeter - instrument dienende voor de meting van de draaiing van het polarisatievlak van het licht in verschillende stoffen resp. oplossingen. Zulks geschiedt door een invallenden bundel licht, dat veelal homogeen is, te polariseeren met behulp van een polarisator, die bestaat uit een of meer nicols; bij de p., die z.g.n. met halfschaduw werken, wordt de invallende lichtbundel in zijn geheel door een nicol gepolariseerd, waarna van de helft van den bundel het polarisatievlak iets gedraaid wordt t. o. v. dat van het eerste nicol, waardoor in het gezichtsveld twee helften ontstaan, waarvan de polarisatievlakken een kleinen hoek met elkaar maken. Deze draaiing kan geschieden door de helft van het gezichtsveld te bedekken met een kristalplaatje, evenwijdig aan de optische as geslepen, dat tusschen de twee componenten van den lichtvector een phaseverschil veroorzaakt van een halve golflengte (methode van Laurent), of door middel van een tweede nicol, dat het halve gezichtsveld bedekt en waarvan het polarisatievlak iets gedraaid is t. o. v. dat van den polarisator. De aldus gepolariseerde lichtbundel doorloopt vervolgens de te onderzoeken stof, en vervolgens den analysator.

Is de geheele lichtbundel op dezelfde wijze gepolariseerd, dan wordt bij de waarneming de analysator gedraaid, totdat het gezichtsveld zoo goed mogelijk donker is, waarna uit den stand van den analysator de draaiing van het polarisatievlak kan worden afgelezen. Is echter het gezichtsveld in twee helften verdeeld, waarvan de polarisatievlakken een kleinen hoek met elkaar vormen, dan geschiedt de aflezing, na den analysator zoover te hebben gedraaid, totdat beide helften van het gezichtsveld even zwak verlicht zijn. Deze laatste methode, halfschaduwmethode genaamd, is veel gevoeliger dan de eerste. Als lichtbron voor homogeen licht wordt vaak een natriumvlam gebruikt. Een p. kan gebezigd worden ter bepaling van de concentratie van een oplossing eener stof, die het polarisatievlak draait, daar de draaiing van een zekere laag der oplossing evenredig is met de hoeveelheid opgeloste stof. Wordt een p. gebezigd voor de bepaling van de concentratie van suikeroplossingen, dan spreekt men van een saccharimeter.

< >