Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Manes (lat.)

betekenis & definitie

Manes (lat.) - Di manes, d. i. de goede goden, naam voor alle in het doodenrijk heerschende goden (di inferi), dan in den Keizertijd de tot goden verheven zielen der afgestorvenen, vandaar de vaste formule op Romeinsche grafsteenen: D. M., d. i. Dis Manibus (aan de afgestorvenen gewijd), welke formule zelfs door de eerste Christenen aangehouden werd. Als verblijfplaats der m. dacht men zich de diepte der aarde, waaruit ze slechts op zekere tijden van het jaar en in het nachtelijk uur te voorschijn komen, om op aarde rond te zwerven; vandaar dat de uitdrukking m. niet zelden voor de onderwereld zelf en voor het rijk der geesten in het algemeen gebezigd wordt. Telken jare werd te hunner eere als zoenoffer een algemeen doodenfeest, de Ferialiën, gevierd.

< >