Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Maine

betekenis & definitie

Maine - Nieuw-Engeland, een der staten van de Ver. Staten van N.-Amerika; 85.670 K.M2., 773.000 inw. De kust is verbazend geleed en bevat tal van uitstekend toegankelijke inhammen o. m. de Penobscottbaai. Het eigenlijke M. is zeer rotsig, bedekt met veel gletsjerpuin (zand en leem), waartusschen talrijke meren en moerassen.

De hoogste verheffing is de Kathadin (1600 M.). Vele rivieren bezitten in haar watervallen groote drijfkracht voor verschillende industrieën. Hoewel M. in het begin van de 17e eeuw reeds door kolonisten werd bewoond, is toch de dichtheid van bevolking achter gebleven bij alle andere staten van de Oostkust behalve Florida (9 inw. per K.M2.). In 1860 telde M. 629.000, thans 773.000 inw., waarbij 1350 negers, 900 Indianen en ruim 100 Aziaten. In het N. is het Fransche element zeer sterk. Meest Katholieke godsdienst. Landbouw en boschbedrijf, jacht en visscherij vormen met de industrie de voornaamste middelen van bestaan. Door klimaat en bodem is M. niet bijzonder geschikt voor den landbouw. Toch levert de staat vrij wat haver op. De bosschen bedekken 64 % van den staat.

Van de mijnbouwproducten levert M. veel veldspaat en graniet. Bovenaan staat echter de industrie, gesteund door de goedkoope waterkracht en het gemakkelijke vervoer. Meer dan 10 % der bevolking vindt in de industrie haar bestaan. Tot de belangrijkste industrieën behoort: de wolen katoenindustrie, hout-, papier- en schoenenfabrieken. Grootste industriestad, 2e haven van de Nieuw-Engelandstaten is Portland. De hoofdstad Augusta telt slechts 14.000 inw.

< >