Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Maindron (maurice)

betekenis & definitie

Maindron (Maurice), Fr. geleerde en romanschrijver, geb. en overl. te Parijs (1857—1911), schoonzoon van den dichter J. M. de Hérédia, heeft een reeks werken in het licht gegeven, die getuigen van groote oorspronkelijkheid en veelzijdige belangstelling. Hij begon met wetenschappelijk werk op zoölogisch gebied te leveren, was eenigen tijd verbonden aan het „Muséum” en bracht van zijn reizen in het verre Oosten belangrijke verzamelingen mede. Behalve eenige populaire werkjes, als les Hóles d'une maison parisienne (1891), schreef hij talrijke artikels in de „Annales de la soc. entomologique” en in de „Nature”. Op archeologisch gebied was hij een groot kenner van oude wapens, zooals zijn geschrift les Armes (1890) aantoont.

Hij werd vooral aangetrokken door de zestiende eeuw. Montluc was zijn iievelingsheld, Agrippa d’Aubigné zijn aartsvijand. Zijn historische romans, o. a. Ie Tournoi de Vuuplassans (1895) en Saint-Cendre (1898), spelen in den tijd van de godsdienstoorlogen, en geven eenige krachtig getypeerde avonturiers van de 16de eeuw te zien. Zijn reisherinneringen vindt men opgeteekend o. a. in V Art indien (1899) en in VInde du Sud (1909). Een instelling, die hij goed kende, n.l. het „Muséum”, heeft hij op satirieke wijze beschreven in l’Arbre de Science (1906).

< >