Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Jonker (kapitein)

betekenis & definitie

Jonker (kapitein) - een Ambonees, ± 1630 op Manipa tusschen Boeroe en Ceram geboren, begon in 1656 als vaandrig onder de Vlamingh van Outshoorn zijn loopbaan als Compagniesdienaar, onderscheidde zich bij vele gelegenheden, en kreeg, na deelname aan den krijgstocht van Rijcklof van Goens naar Voor-Indië en Ceylon (1657), den rang van kapitein. Daarna nam hij nog aan tal van krijgsverrichtingen deel; in 1665 werd hij benoemd tot hoofd der Amboneezen te Batavia; in 1679 nam hij, deel uitmakende van de expeditie in Oost-Java onder Couper, Troenå Djåjå, het hoofd der opstandelingen, gevangen. Het land, waar hij zich later vestigde, ten O. van Tandjoeng Priok, heet nog Padjonkeran. In 1689 kwam hij om het leven bij zijn gevangenneming, daar hij verdacht werd van een samenzwering om Batavia aan te vallen. — Litteratuur: Mr.

J. A. v. d. Chijs, Tijdschr. Batav. Gen., dl. 28 en Dr. J. de Haan, Priangan, dl. I.

< >