Jonker (dr. H. G.) - geboren 1875 te Veendam, promoveerde in 1904 te Groningen in de aard- en delfstofkunde; werd in 1907 benoemd tot hoogleeraar in de palaeontologie en historische geologie aan de T. H. te Delft. In 1916 deed hij een exploratiereis naar Timor; juist enkele dagen vóór hij in het Kon. Ned. Aardr.
Gen. een voordracht over zijn reis zou houden, overleed hij te ’s-Gravenhage (1917). Voornaamste publicaties o. a.: Geologisch onderzoek in N.-I (1911); Beschouwing over de opleiding van geologen in Ned. en het geol. onderz. van N.-I. (1912); beide in „De Ingenieur”.