Java-oorlog - (1825—1830). Tijdens de Engelsche overheersching schijnen aan den prins Dipo Negorol I toezeggingen op het sultanschap te zijn gedaan, die door ons bestuur niet werden erkend. Het volk was zéér ontevreden (belasting op de markten, z.g. „tolpoorten”; zware drukkende lasten) zoodat Dipo Negoro met goed gevolg den opstand kon prediken, waarbij de godsdienstige factoren mede een zeer voorname rol speelden. Toen genoemde prins werkvolk uiteenjoeg, dat op last van ons bestuur werkte en daarbij 2 Europeesche opzichters doodde, ontbood de resident Smissaert hem, waaraan de prins geen gevolg gaf. Bij een poging tot arrestatie ontvluchtte Dipo Negoro en vormt dit het beginpunt van den Java-oorlog.
Als talentvol veldheer ontpopte zich bij de opstandelingen Pangeran Praziro Dirdjo (of Sentot), terwijl als geestelijk leider optrad de fanatieke priester Kjai Modjo. Luitenant-generaal Merkus de Kock was spoedig te Soerakarta, maar de militaire middelen waren ten eenenmale onvoldoende. Met afwisselend succes werd gestreden; zoo werd aan onze zijde het detachement-Buschkens vernietigd, maar werden de bedreigde plaatsen Magelang, Semarang en Solo bevrijd, in 1826 Pleret genomen, waar de opstandelingen zware verliezen leden, terwijl Sentot daarentegen een onzer detachementen, waarbij zich veel invloedrijke hoofden, die onze zijde gehouden hadden, bij Lingkong vernietigde, waardoor zijn aanhang sterk vermeerderde en onze troepen in de verdediging gedrongen werden, tot het uit Nederland gezonden „expeditionnaire korps” generaal de Kock in de gelegenheid stelde de randen van het oorlogstooneel af te sluiten door posten, terwijl daarbinnen mobiele colonnes den vijand voortdurend opjoegen (z.g. ,,benteng”-stelsel), tengevolge waarvan Kjai Madjo gevangen werd genomen (1828) en Dipo Negoro in briefwisseling trad met het Gouvernement, met het gevolg dat van 10 Februari 1829—10 April d.o.v. een wapenstilstand gesloten werd. Na afloop daarvan was het met Dipo Negoro gedaan; in September 1829 sloeg Sollewijn zijn aanhangers beslissend nabij Silo, waarbij o.m. Sentot gewond raakte, die zich 17 October 1829 onderwierp. 16 Februari 1830 begon Dipo Negoro te onderhandelen; 28 Maart van dat jaar werd hij te Magelang gearresteerd, waarmede de J.-O. als geëindigd is te beschouwen.