Infarct - wordt gewoonlijk gebruikt voor de bloedige doordrenking van een orgaangedeelte. Het is dan een gevolg van een plotselinge verstopping van een toevoerend bloedvat (embolie), waarna het bloed uit de fijne haarvaten in het omgevende weefsel doordringt. Is de verstopping van het vat een zoodanige, dat geen infectiekiemen daarin aanwezig zijn, dan wordt langzamerhand het bloed geresorbeerd. Het i„ dat eerst rood was, wordt dan door deze resorbtie wit en eindelijk gaat het geheel in een litteeken over.
Is er daarentegen infectiemateriaal aanwezig, dan volgt op het i. een ontsteking, die vaak in een abces eindigt. — De plaatsen, waar het vaakst infarcten optreden, zijn de long en de nier. Wanneer een embolie ergens zit, kunnen daar stukjes van losgaan en in de bloedbaan komen en metastatische infarcten veroorzaken. De verschijnselen hangen dan natuurlijk van het i. zoowel als van het getroffen orgaan af. Ook andere stoffen, als bloed (haemochagisch i.) kunnen een weefsel of orgaan doordrenken, Zoo spreekt men bijv. van een urinezuur, kalk, pigment i. als een der genoemde stoffen daarvoor aansprakelijk is.