Hofmeister (wilhelm)

betekenis & definitie

Hofmeister (wilhelm) - 1824-1877, een van de beroemdste botanici van alle tijden. Geboren te Leipzig, eerst als boekverkooper werkzaam, toen in 1863 hoogleeraar te Heidelberg, van 1872 tot zijn dood te Tübingen. Door zijn onderzoekingen over de ontwikkeling van mossen en vaatkryptogamen en zijn ontdekking van de generatiewisseling bij deze gewassen en door zijn vergelijkende onderzoekingen over de generatiewisseling bij Gymnospermen en Angiospermen, legde hij voor goed het verband vast tusschen de sporeplanten en de Phanerogamen (1851). Zijn physiologische onderzoekingen zijn niet van zoo blijvende beteekenis, wel hetgeen hij overigens op morphologisch gebied publiceerde, in het bijzonder zijn Lehre von der Pflanzenzelle, Leipzig, 1867 en zijn Allgemeine Morphologie der Gewächse, Leipzig, 1868.