Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hofmeyer (jan hendrik)

betekenis & definitie

Hofmeyer (jan hendrik) - Zuid-Afrikaansch staatsman, geb. 1845 te Kaapstad, overl. te Londen 1909, van Nederlandsche afkomst, werd in Kaapstad opgevoed en in 1879 in het Kaapsche parlement gekozen, waar hij een ijverige woordvoerder der Hollandsche partij was. Zijn politiek beoogde verbroedering der twee vijandelijke elementen: het Hollandsch-Afrikaansche en het Engelsch-Afrikaansche; daartoe stelde hij zich als middenman tusschen Kruger en Rhodes, daarom werd hij niet zelden in zijn handelingen door beide partijen gewantrouwd. In 1899 nam hij aan de mislukte onderhandelingen tusschen de Zuid-Afrikaansche Republiek en Engeland deel en vertrok bij ’t uitbreken van den Boerenoorlog naar Europa, waarvan hij tegen ’t eind ervan terugkeerde. Tien jaren later 1909 werd hij afgevaardigd naar Londen, om de voorstellen tot Unificatie over te brengen.

Als leider van den Afrikanerbond was hij een wakker kampvechter voor de rechten van het Afrikaansch. Aan „Oome Jan”, die eerst „de Zuid-Afrikaansche Volksvriend” en later het „Z.-A. Tijdschrift” uitgaf, is te danken, dat sinds 1881 in het Kaapsche Parlement Hollandsch mag worden gesproken, dat in 1890 de Zuid-Afrikaansche Taalbond is opgericht en dat kort vóór zijn dood de Zuid-Afrikaansche Akademie voor Taal, Letteren en Geschiedenis tot stand kwam.

< >