Hindoe-kolonisatie in den oost-lndischen ar- chipel - De tijd van de eerste aanraking tusschen de Hindoe’s en de bewoners van den O.-I. Archipel wordt bij gissing op ongeveer het begin onzer jaartelling gesteld; het eerste schriftelijke getuigenis is dat van den Chin. Boeddhist Fahian, die in 414 een tijdlang op Java vertoefde ; hij zegt, dat hij er veel Brahmanen en ketters vond, maar geen aanhangers van het Boeddhisme. Een der oudste Sanskrit-inscripties, in de rivier Tjaroentén, (W.-Java) is niet gedateerd, maar wordt door Kern op grond van de lettervormen tot de 5de eeuw gebracht.
De oudste gedateerde inscriptie van Java is die van Tjanggal, res. Kědoe, en dateert uit Çaka 654 = 732 na Chr.; hierin vindt men o. a. gezegd : „Het voortreffelijke, onvergelijkelijke, Java genaamde eiland, buitengemeen rijk aan graan en andere zaden, wel voorzien van goudmijnen.” Een bijzonder merkwaardige Sanskritinscriptie is gevonden in de res. Djokjakarta, tusschen Kalasan en Prambanan; ze is van 700 Çaka = 778/79 na Chr. en maakt melding van de oprichting van een standbeeld en heiligdom van de Mâhâyanistische godin Arja Târâ, en van den bouw van een verblijf voor de monniken die ervaren zijn in de regelen van tucht van ’t Mâhayâna (zie BOEDDHISME) ; merkwaardig is deze inscriptie, omdat daarin melding gemaakt wordt van het dorp Kâlasa, terwijl inderdaad in de nabijheid nog de ruïnes gevonden worden van Tjandi Kalasan, en niet ver van daar van Tjandi Sari, de wihara (monnikenverblijf), waarvan in de oorkonde gesproken wordt. Uit de 8ste en 9de eeuw vooral dagteekenen tal van grootsche tempelstichtingen op Midden-Java, vooral van Boeddhistischen, maar toch ook van Brahmanistischen aard ; dan komt, in de 10de eeuw na Chr., aan het rijk opbloeiende Hindoe-Javaansche leven een zoo plotseling einde, dat men ter verklaring aan de een of andere geweldige catastrofe gedacht heeft. Het Hindoe-Javaansche leven echter is daarmede niet verdwenen, maar zet zich voort op O.-Java, om ten slotte plaats te maken voor den Isl&m, die sedert het begin der 16de eeuw ongeveer de heerschende godsdienst op Java begint te worden. Een voortzetting van het middeneeuwsch HindoeJavanisme is nog heden te vinden in de Balische maatschappij (zie BALI)); behalve naar Bali, werwaarts reeds vroeg de Hindoe-kolonisatie, hetzij rechtstreeks, hetzij secundair, over Java, zich gericht had, hebben diegenen onder de Javanen, die den nieuwen godsdienst niet wilden aannemen, ook naar den Těnggěr de wijk genomen. — Buiten Java en Bali is vooral Sumatra het eiland geweest waar een krachtige Hindoe-invloed moet hebben geheerscht; zie ÇRIBHODJA. Blijkens de nieuwste onderzoekingen moet zelfs reeds omstreeks het begin der Midden-Javaansche geschiedenis de Sumatraansche invloed op Java zeer groot geweest zijn, zoo zelfs dat Midden-Java waarschijnlijk onderhoorig geweest is aan het machtige rijk van Palembang; men zie hieromtrent de inaugureele rede van Dr. N. J. Krom van 3 Dec. 1919: „De Sumatraansche periode der Javaansche geschiedenis”.
Ook op de andere groote en op verschillende kleine Soenda-eilanden zijn sporen van Hindoe-invloed gevonden. De invloed van de Hindoekolonisatie op de Inl. maatschappij uitgegaan is, bovenal op Java en Bali, zeer groot geweest. Het Jav., het Bataksche, het Makassaarsche en het Boegineesche letterschrift zijn aan Voor-Indische alfabetten ontleend; de letterkunde en de taalschat der meest-beschaafde volken van den Archipel hebben aan het Sanskrit zeer veel ontleend; de kunst heeft evenzoo de inwerking ondergaan; op de ontwikkeling der maatschappij in de richting van statenvorming heeft de Hindoe-overheersching gewerkt, terwijl ook zeker uitbreiding van den, in den Archipel, althans op Java, reeds bekenden sawahbouw aan de Hindoe’s te danken is. Weliswaar is, behalve op Bali en het W.-lijk deel van Lombok, de Hindoe-godsdienst verdwenen, maar tal van namen van goden en godinnen zijn aan het Hindoe-pantheon ontleend. Voor de godsdienstvormen zie BOEDDHISME IN DEN O.-I. ARCHIPEL en BRAHMANISME IN DEN O.-I. ARCHIPEL; voor de beschrijving der voornaamste Hindoe-ruïnen: DIENG I, DJABOENG, DJAGO, BOROBOEDOER, KALASAN, MENDOET, MOEARA TAKOES, PANATARAN, PRAMBANAN, SARI SEWOE (TJANDI) en SINGASARI.