Darmparasieten. In den darm van den mensch hier te lande komen vooral de volgende parasieten voor: de ongewapende lintworm (Taenia saginata), de spoelworm (Ascaris lumbricoides); de aarsmade (Oxyuris vermicularis), de mijnworm (Anchylostomum duodenale). In zeldzame gevallen worden gevonden: de gewapende lintworm (T. solium), de zweepworm (Trichocephalus), de trichine (Trichinella spiralis) en de leverbot (Fasciola hepatica). Verschijnselen, die de aanwezigheid van een lintworm verraden, ontbreken vaak; in andere gevallen bestaan weinig eetlust, neuskriebeling, buikpijn e. d. De diagnose kan slechts met zekerheid gesteld worden door het vinden van de geledingen van den worm in de ontlasting. De behandeling: verwijdering van de geheele parasiet bestaat in de toediening van een middel, waardoor de worm loslaat van den darmwand, gevolgd door een laxeerend middel, dat den worm uitdrijft.
De kuur is gelukt, indien ook de kop van den lintworm is verwijderd. Is dit niet het geval, dan groeit deze weer aan. De meest toegepaste wormmiddelen zijn Extract. filicis maris en Flores kosso. Spoelwormen geven meestal slechts weinig verschijnselen; het voorkomen in ontlasting of braaksel verraadt de aanwezigheid. Santonine, in z.g. wormkoekjes gegeven, is een bekend middel tegen den spoelworm. De aarsmade leeft in den dikken darm en den endeldarm en veroorzaakt vooral plaatselijke verschijnselen, met name jeuken.
Komt veel bij kinderen voor. De mijnworm, in twaalfvingerigen en dunnen darm voorkomende, bijt zich in het slijmvlies vast en veroorzaakt eene bloeding, die bij het groote aantal van de wormen niet onbelangrijk is. De door dezen worm veroorzaakte ziekte is de mijnwormziekte, Egyptische chlorose. Trichinen zijn parasieten, die niet uitsluitend het darmkanaal bewonen. Zij veroorzaken het ziektebeeld, dat als trichinose bekend is.