Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Colerus (Johannes)

betekenis & definitie

Colerus (Johannes), eigenlijk Köhler, Nederl. Luthersch predikant, geb. te Düsseldorf, was eerst pred. te Mulheim; werd 1679 beroepen tot Luth. pred. te Amsterdam en van daar 1696 in gelijke betrekking te ’s-Gravenhage, waar hij werkzaam bleef tot zijn dood, 1707. Hij was van de zg. „Wittenbergsche richting”, d.w.z. orthodox en nam te Amsterdam en te ‘s-Gravenhage deel aan verschillende twisten. Hij nam ook ijverig deel in de scheuring, die toen ter tijd tusschen verschillende Luthersche gemeenten ontstond en zich uitsprak in de „Haagsche Unie”, waarbij 1698 verschillende gemeenten zich samen verbonden tegenover de bij de Luth.

Synode aangesloten gemeenten. Hij heeft verschillende geschriften nagelaten, maar het meest heeft hij zich naam gemaakt door zijn biographie over Spinoza, die in 1704 verscheen: De waarachtige verrijzenis van Jezus Christi uit den dooden tegen B. de Spinoza en zijne aanhangers verdeedigt.... Benevens een nauwkeurige Levensbeschrijving van dezen beruchten wijsgeer, meest uit het mondeling verhaal van noch in leven zijnde geloofwaardige personen. Deze biographie is in ’t Fransch, Engelsch en Duitsch vertaald en werd, door de bemoeiingen van M. F. A. G. Campbell opnieuw uitgegeven onder den titel Leven van Spinoza door J. Colerus (’s-Grav. 1880). Zie over Colerus: Het Protestantsche Vaderland. Biographisch Woordenboek van Protestantsche Godgeleerden in Nederland. Dl. II blz. 165-170 (Utr. 1910).

< >