Jacob Lodewijk Gerard, (sinds 1975) baron, Belg. schrijver, *9.6.1898 Londerzeel. Walschap studeerde filosofie en theologie in de missiecongregatie van het H.
Hart, maar verliet deze en werd later vrijzinnig. Als dichter debuteerde hij met Liederen van leed (1923). Samen met F.Delbeke schreef hij rooms-katholieke toneelstukken met moderne probleemstellng. Na een verhaal voor kinderen (Slimke, 1927) en een belijdenisroman (Waldo, 1928) trok hij de aandacht met de roman over een geesteszieke (Adelaïde, 1929), gevolgd door Eric (1931) en Carla (1933); deze drie groeiden samen uit tot de trilogie De familie Roothooft (1939). Na de sobere verhalen Volk (1930) en De dood in het dorp (1930), beschreef hij in halfepische, halfdramatische stijl de zielstoestanden en gedragingen van m.n. natuurmensen en gespleten persoonlijkheden, met als hoogtepunt Houtekiet (1939). Het pessimisme van de geest wordt in zijn romans overwonnen door het vitalisme.
Verder hield het geloofsvraagstuk hem voortdurend bezig. Met Zuster Virgilia (1951), het verhaal van een geestelijke opgang naar de mystiek, bereikte Walschap een nieuw hoogtepunt in zijn romankunst. Een minder serene kijk blijkt echter weer uit de roman De verloren zoon (1958). Ook heeft Walschap vele kritische en essayistische werken geschreven. In 1968 ontving hij de Prijs van de Ned. Letterkunde. Werken: poëzie: De loutering (1925); toneel : Dies irae (1924), Flirt (1924), Lente (1925), De vuurproef (1925), Maskaroen (1927), De Spaansche gebroeders (1937); proza: Trouwen (1933), Celibaat (1934), Een mensch van goeden wil (1936; televisiebewerking 1973), Sibylle (1938), Het kind (1939), Denise (1942), Genezing door asperine (1943), De Française (1957), De ongelooflijke avonturen van Tilman Armenaas (I960), Nieuw Deps (1961), Het gastmaal (1966), Het avondmaal (1968), Het Oram-project (1975), De heilige Jan Mus (1979) ; kritieken: Uitingen in de moderne wereldletterkunde (1930), Voorpostgevechten (1943), Muziek voor twee stemmen of wereld en geloof (1964).
LITT. J.C.Brandt Corstius, G.Walschap (1960); A.Westerling, Gesprekken met Walschap (2 dln. 1969-70).
