o. (-en), recht ten aanzien van gestrande schepen en aangespoelde goederen.
(e) Sinds de 14e eeuw werd het strandrecht van de landsheer beperkt, en mocht hij slechts behouden wat niet binnen een bepaalde tijd door de eigenaar was opgeëist. In Engeland gold al onder Eduard i (1272—1307) dat de Kroon alleen recht had op gestrande goederen die niet binnen jaar en dag door de eigenaar waren opgeëist, ➝strandvonderij.