Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kraambeen

betekenis & definitie

o. (-benen), pijnlijk gezwollen been, ontstaan als gevolg van de vorming van een bloedstolsel in een van de grote beenaders na een bevalling.

(e) Een kraambeen treedt meestal gecombineerd met een aderontsteking op. Bloedstollingremmende middelen (→anticoagulantia) hebben de kans op een kraambeen zeer sterk verminderd. Ook de resttoestand na een trombose wordt wel kraambeen genoemd, nl. het dikke been dat overblijft door blijvende afvloedsbelemmering en elasticiteitsverlies.

< >