Estlands schrijver, *8.2.1924 Vo rumaa. Kolk week aan het eind van de Tweede Wereldoorlog naar Finland uit, emigreerde ver volgens naar Zweden en studeerde te Stockholm politieke wetenschappen en economie.
Werken: poëzie: Utsik taht (1946; Eenzame ster), Kóiv ahna all (1952; De vogel onder het venster), Müüdud sórmus (1959; De verkochte ring); romans: Küla póleb kahest otsast (1955; Het dorp brandt aan beide einden), Sulajää (1958; Het ijs breekt); verhalen: Väikemees, miks nutad? (1960; Kleine man, waar om huilen?).