v./m. (en), (ook: trommelsnijmachine, integrale snijmachine) een van de kolensnijmachine afgeleide machine met een of twee van messen voor ziene trommels in plaats van een snij arm.
(e) De kolenwals heeft hardmetalen messen op het manteloppervlak van de trommels die draaien om een horizontale as die loodrecht op het front staan waarlangs de machine verplaatst wordt. Hiermee wordt geen gleuf gesneden, maar de hele kolenmas sa wordt over de breedte van het af te bouwen pand volledig vermorzeld. De snijdiepte is gewoonlijk 0,60—1 m, en de machine moet een aantal maal langs het front op en neer gaan om de dagelijkse vooruitgang te verwezenlijken (tot 2000 t/dag). De vorm, het aantal en de hoogte van de trommels kun nen aangepast worden om de kolen in één of twee gangen op de hele hoogte van de laag te winnen en in de transporteur te doen schuiven. Soms helpt een →kolenschaaf voor het laden. Men bouwt machines tot een elektrisch vermogen van 200 kW, die op een afstand van 10 m via radiogolven bediend worden.