Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

glycogenese

betekenis & definitie

v., het proces waarbij vooral in lever en spier uit glucose glycogeen wordt gevormd.

(e) De glycogenese doet zich voor wanneer er extra glucose-aanvoer is vanuit de darm of bij glucosesynthese vanuit melkzuur of glucogene aminozuren en hierdoor het glucosegehalte van het bloed het normale niveau overschrijdt.

De glycogenese gaat uit van glucose-l-fosfaat dat vervolgens met uridinetrifosfaat (UTP) inuridinedifosfoglucose (UDP-glucose) wordt omgezet onder afsplitsing van pyrofosfaat. De op deze wijze geactiveerde glucose (UDP-glucose) wordt gekoppeld aan reeds aanwezig glycogeen door middel van het enzym glycogeensynthese waarbij udp vrijkomt.

De ⍺-1,6 glucosidebindingen worden gevormd door het zgn. vertakkingsenzym. De reacties zijn niet omkeerbaar, zodat voor het mobiliseren van glucose een ander proces nodig is (➝glycogenolyse). ➝koolhydraatstofwisseling.

< >