Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Gandhi, Mohandas Karamsjand

betekenis & definitie

mahatma (grote ziel), Indiaas volksleider, *2.10.1869 Porbander, ♱(verm.) 30.1.1948 New Delhi; zoon van een hogere ambtenaar uit de koopmansstand. Gandhi studeerde rechten in Engeland, was enige tijd advocaat in Bombay en van 1893-1914 in Zuid-Afrika, waar hij ten behoeve van zijn verdrukte landgenoten de hem typerende geweldloze verzetsacties (satyagraha) organiseerde en driemaal gevangen werd gezet.

De Indians Relief Act bekroonde zijn strijd met succes. Gandhi leefde van 1914—18 in Ahmedabad. Na de Britse uitzonderingsmaatregelen tegen de nationale beweging, culminerende in het bloedbad van Amritsar, ontketende Gandhi een lijdelijke verzetscampagne (‘civil disobedience’) tegen het Britse bestuur, waarbij zijn groot gezag aan de dag trad. Hij streefde naar een zuiver orthodox hindoeïstisch leven. Opmerkelijk was daarbij Gandhi’s idealistische, regressieve streven naar autarkie: de aanbeveling, met het spinnewiel eigen kleding te weven (chaddar) en de latere uitdaging van het regeringszoutmonopolie door een mars naar de zee (1930) ten behoeve van inheemse zoutwinning. Gandhi zat van 1922-24 gevangen en kreeg daarna niet zijn oude invloed terug: de aanvankelijke samenwerking met de moslims ging grotendeels verloren en binnen de Congrespartij werd Gandhi’s leiderschap aangetast door radicale, deels niet van geweld afkerige politici.

Hij bleef echter sterk tot de verbeelding van demassa spreken. In 1930 en 1932 kwam Gandhi opnieuw in de gevangenis. Tijdens de laatste gevangenschap ging hij in hongerstaking om de kastehindoes te bewegen de kastelozen tot de tempels toe te laten. Daarna streefde Gandhi naar compromissen met de Engelsen, hetgeen in de Congrespartij op veel verzet stuitte. In 1942 begon Gandhi weer een actie tegen het Britse bestuur en van 1943-44 werd hij opnieuw gedetineerd. Op de gang van zaken bij de soevereiniteitsoverdracht aan India en Pakistan had hij niet veel invloed meer, al behield hij zijn aanzien. Gandhi werd vermoord door een hindoe-extremist.Gandhi’s grote invloed berustte vooral daarop, dat hij ten bate van de vrijheidsbeweging en van de sociaal achtergestelden religieuze krachten opwekte en oude Indische heilsmethoden aanwendde. Werk: The story of my experiments with truth (2 dln. 1927 29; autobiogr.).

litt. E.Stanley Jones, M.Gandhi (1948; Ned. vert. 1949); D.G.Tendulkar, Mahatma (8 dln. 1951-54); E.Erikson, Gandhi’s truth (1969); J.M. Brown, Gandhi’s rise to power (1972; 2e dr. 1974); R.N.Iver, The moral and political thought of Mahatma Gandhi (1974); V.Mehta, Mahatma Gandhi and his apostles (1977).

< >