[Fr. Lat.], v./m. (-s),
1. geheel van woorden of zinnen in vaste vorm, dat bij bepaalde godsdienstige of ambtelijke handelingen wordt gebruikt of uitgesproken: het ritueel voltrekt zich met geijkte formules; de — van de eed is algemeen bekend; (in ruime zin) korte vorm waarin een beginsel, een standpunt, een overeenkomst enz. wordt neergelegd: een — die beide partijen bevredigde;
2. (wiskunde) een met behulp van wiskundige symbolen gevormde uitdrukking: algebraïsche formules;
3. (scheikunde) combinatie van symbolen die de samenstelling en soms ook de wijze van reageren van de scheikundige verbindingen uitdrukt: de — van water is H2O;
4. internationale voorschriften, waaraan motoren en auto’s moeten voldoen om tot bepaalde wedstrijden te worden toegelaten;
5. (biologie)reeks letters en cijfers die de bouw van een bloem beknopt weergeeft (zie bloemformuIe) of de samenstelling van het gebit (zie tandformule).
GODSDIENSTGESCHIEDENIS. Hier is formule een vaststaand woord of voorgeschreven geheel van woorden, waarvan men verwacht dat het een bepaalde macht uitoefent als het op de juiste wijze wordt uitgesproken. In het antieke Egypte heeft de formule in de dodenverzorging een hoofdrol gespeeld, in Rome (zie carmen) en India (zie mantra) in de cultus. In de cultus is de formule het gemeenschappelijk herkenningsteken waardoor de religieuze mens zich met zijn medemens in het goddelijke verbonden voelt, zie woord.
SCHEIKUNDE. In een formule stelt elk chemisch symbool een atoom van het desbetreffende element voor, door achtervoegen van een getalindex wordt het aantal atomen in de verbinding aangegeven. De formule H2O wil dus zeggen dat zich in een molecule water twee atomen waterstof en een atoom zuurstof bevinden. Elk atoom vertegenwoordigt een bepaalde gewichtshoeveelheid (gegeven door het atoomgewicht), dus is de kwantitatieve samenstelling tevens in de formule vastgelegd. Bij water staat H2 voor 2 x 1,008 gewichtsdelen waterstof en O voor 15,999 gewichtsdelen zuurstof. Naast deze brutoformule (ook: elementenformule), die slechts de aantallen met elkaar verbonden atomen weergeeft kent men de structuurformule die ook de plaatsing van de atomen ten opzichte van elkaar weergeeft.
Structuurformules zijn vooral van belang in de organische chemie. De eenvoudigste is de schakeling van de koolstofketens in een rechte lijn of platte ring. Men kan ook bepaalde bindingseigenschappen in de formule weergeven zoals de bindingselektronenstructuur. Ook kan men weergeven dat een verbinding, b.v. benzeen, voortdurend van bindingsstructuur wisselt. Projectieformules zijn structuurformules waarin getracht wordt aan te geven dat de atomen van een molecule meestal niet in een plat vlak liggen; men gebruikt hier ook wel de fischerprojectie voor. Men kan ook semi-ruimtelijke tekeningen maken, zoals voor de ‘stoel’en ‘boot’structuur van cyclohexaan; hiermee kunnen isomere vormen worden weergegeven die niet in een plat vlak te tekenen zijn.
Om de conformatie van een molecule te beschrijven, kan men de newmanprojectie gebruiken; hierbij wordt een molecule geprojecteerd in de richting van een bepaalde binding, die men in verband met de stereochemische eigenschappen wil bestuderen . De ontwikkeling van de eiwitchemie heeft aanleiding gegeven tot het ontstaan van zgn. primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire structuurformules. In de primaire structuurformule wordt alleen de volgorde van de aminozuren in de polypeptideketen van het eiwitmolecule gegeven, eventueel met de disulfidebruggen. In de secundaire structuurformule wordt weergegeven dat de rechtlijnige keten instabiel is en zich gaat vouwen en door waterstofbruggen gestabiliseerd wordt; men onderscheidt hierbij de helixen de vouwbladstructuur . De waterstofbruggen staan evenwijdig aan resp. loodrecht op de as van het molecule. De tertiaire structuur ontstaat door vouwen en verdraaien van de secundaire helixstructuur, b.v. de myoglobinestructuur . Bij de quaternaire structuur heeft men een eiwit waarvan de onderdelen niet door covalente bindingen samengehouden worden, b.v. hemoglobine.
Bij het weergeven van deze tertiaire en quaternaire structuren gaat de structuurformule steeds verder over in een tweedimensionale projectie van een driedimensionaal moleculemodel. WISKUNDE. De symbolen in een formule kunnen getallen, letters of tekens zijn. B.v. de formule voor de betrekking tussen de rechthoekszijden a en b en de hypotenusa c van een rechthoekige driehoek ABC is a2 + b2 = c2 (stelling van Pythagoras). In deze formule komen een getal (2), letters (a, b, c) en tekens (+, =) voor.