Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

flagellant

betekenis & definitie

[Lat. flagellare, geselen], m. (-en), geselaar, iemand die in de middeleeuwen behoorde tot een groep van vrome, rondtrekkende lieden, die Gods genade afsmeekten door zich het bovenlichaam te geselen onder het zingen van psalmen of liederen van eigen maaksel.

De beweging van de flagellanten ontstond in Perugia (Italië) in de herfst van 1260 naar aanleiding van het optreden van de boetprediker Ranerio Fasani. Vanuit Perugia verbreidde de beweging zich door heel Europa, o.a. om aldus de pest af te weren. In 1349 werden de flagellanten door paus Clemens VI veroordeeld, daar de beweging antikerkelijke vormen aanam. De flagellanten namen deel aan de jodenvervolgingen en geloofden aan het naderend wereldeinde (onder invloed van de leer van Joachim de Fiore). In 1400 traden ze op te Maastricht. Het Concilie van Konstanz veroordeelde in 1417 de beweging, die pas in de 16e eeuw verdween. (zie flagellatio).

LITT. N. Cohn, The pursuit of the Millennium (1967).

< >