Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geselaar

betekenis & definitie

m. (-s), 1. iemand die zichzelf geselt, die

zich tot zelfkastijding met gesels tuchtigt; m.n. van toepassing op de leden van bepaalde dweepzieke geestelijke broederschappen in de middeleeuwen, de flagellanten; 2. iemand die de gebreken van anderen geselt, op vinnige wijze hekelt: Vondel was een krachtig van kerkelijke heerszucht en aanmatiging.

< >