internationaal net van wegen, in 1950 door zeventien Europese landen ingesteld. De wegen die van het net deel uitmaken, de Europawegen, moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Zij zijn gecodeerd met de letter E gevolgd door een getal. In het net van 1950 zijn voornamelijk verbindingen tussen hoofdsteden en landsgrenzen opgenomen; de belangrijkste zijn genummerd van 1 tot 30, de rest van 31 tot 125. Omdat het aantal autosnelwegen sterk is toegenomen, is in 1973 een voorstel gedaan voor een nieuwe opzet volgens het zgn. rasterof gridsysteem. Daarin zijn de hoofdwegen in noordzuid richting aangegeven met oneven nummers van twee cijfers, de hoofdwegen in west—oost richting met even nummers van twee cijfers. De tussenliggende verbindswegen zijn aangegeven met een nummer van drie cijfers. Dit voorstel is (voorjaar 1977) nog niet door alle betrokken leden-staten geratificeerd.