Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

Conodont

betekenis & definitie

m. (-en), op tandjes, kammetjes of gekartelde plaatjes gelijkende microfossiel, met een maximale lengte van ca. 2 mm.

Conodonten zijn opgebouwd uit fosforzure kalk en komen in mariene lagen van het Paleozoïcum en het Trias voor. Zij worden in het algemeen geïsoleerd, door kalken in 10 % azijnzuur of mierenzuur op te lossen, en het residu met zware vloeistoffen (bromoform) te behandelen: de conodonten zakken dan uit. Deze fossielen zijn geschikt voor en worden veel gebruikt bij het dateren van in zee afgezette gesteenten uit de genoemde perioden. Zij blijken afkomstig te zijn van een uitgestorven groep chordadieren, te vergelijken met het lancetvisje (Amphioxus).

Litt. M.Lindström, Conodonts (1964).

< >