[Gr. konos, kegel, eidos, vorm], v. (-n), wiskundig oppervlak.
Conoïde is bij Archimedes de benaming voor een omwentelingsoppervlak van de tweede graad, maar thans gebruikelijk voor oppervlakken die ontstaan door de beweging van een rechte lijn, die een vaste rechte lijn (richtlijn) snijdt, evenwijdig blijft aan een gegeven vlak, en verder een zekere vaste kromme lijn snijdt of een zeker oppervlak raakt. Is deze laatste kromme een cirkel waarvan de as de gegeven lijn loodrecht snijdt en staat het gegeven vlak loodrecht op de richtlijn, dan spreekt men van rechte conoïde. De rechte richtlijn is hierbij eendubbellijn. Is het oppervlak, waaraan de rechte lijn raakt, een bol, dan spreekt men van een bol-conoïde.