Syrisch gnosticus, 2e eeuw (ca.130 n. C.).
Leraar te Alexandrië. Van zijn geschriften en die van zijn zoon Isidoros bestaan slechts fragmenten bij Clemens, Irenaeus en Hippolytos. Volgens Hippolytos zou hij als oerbegin aannemen de uiterst abstracte ‘niet zijnde’ God, uit wiens ‘zaad’ drie zgn. ‘zoonschappen’ zich losmaken, wat het begin is van het proces van schepping en verlossing. Volgens Irenaeus zouden aanhangers van Basileides geleerd hebben, dat in plaats van Christus Simon van Cyrene gekruisigd is.LITT. P. Hendrix, De Alexandrijnse haeresiarch Basilides (1926); G. Quispel, L’homme gnostique (in: Eranos-Jahrbuch, 1948).