Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Automatisme

betekenis & definitie

[Fr.], o.,

1. (abstract) automatische werking; het automatisch-zijn;
2. (-n), automatisch plaatshebbende werking of verrichting; onwillekeurige handeling.

Een automatisme is in de fysiologie het spontaan, althans onafhankelijk van de wil of van prikkels van buiten, functioneren van organen of orgaansystemen. Zeer duidelijk vertoont het hart deze eigenschap (men spreekt hier gewoonlijk van automatie): uit het lichaam genomen kan het onder gunstige omstandigheden dagenlang ritmisch blijven kloppen. Ook bij de coördinatie van de voortbeweging, bij de spijsvertering (darmbewegingen) en ademhaling hebben wij in zekere zin met automatisme te doen. Dergelijke automatismen vormen de basis van de orgaanwerkzaamheid; de eigenlijke regeling van de verrichtingen naar de behoefte van het ogenblik geschiedt grotendeels langs reflectorische weg. De hersenstam is voor de automatismen (en daaronder vallen de meeste van onze dagelijkse bewegingen) onmisbaar.

< >