Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

speleologisch

betekenis & definitie

betrekking hebbend op het onderzoek van grotten en holen

uitspraak
[spee-lee-o-lo-gies]

citaat
“In overeenstemming met de speleologische afspraken gaat bij een verbinding de kleinste grot op in de grotere, zodat Sac Actum nu de naam wordt van het geheel. Meer lijkt in aantocht: in de omgeving bevinden zich nog 358 andere onderwatergrotten, bij elkaar goed voor zo’n 1400 kilometer aan ondergelopen tunnels.”
Bron: Duikers vinden bij Mexico verbinding naar ‘onderwereld van de Maya’s’ (Maarten Keulemans, de Volkskrant, 17 januari 2018)

woordfeit
De speleologie, ook wel grotonderzoek of holenkunde genoemd, is een tak van de aardwetenschappen die de samenstelling, de ligging en het ontstaan van grotten onderzoekt, en vaak ook de aanwezige gesteenten, mineralen, flora en fauna.
De term komt sinds het eind van de negentiende eeuw voor als internationale wetenschappelijke aanduiding: in het Frans bijvoorbeeld als spéléologie, in het Engels als speleology en in het Duits als Speläologie. Het achtervoegsel −logie/−logy, dat een bepaalde studie of wetenschap aanduidt, komt van het Griekse −logia ‘studie, onderzoek’. Het eerste woorddeel komt van het Latijnse spelaeum ‘grot, hol’, dat ontleend is aan het Griekse spelaion. Een daaraan verwant woord in het Grieks is spèlugx/spèlunx ‘grot’, dat via het Latijnse spelunca in het Nederlands voortleeft als spelonk.

< >