Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

potsierlijk

betekenis & definitie

betekenis
lachwekkend, kluchtig

uitspraak
[pot-sier-luhk]

citaat
"In dat licht is het ronduit potsierlijk dat Eurogroep-voorzitter Dijsselbloem voor de zoveelste keer meent dat er licht gloort aan het eind van de Hades."
Bron: Geen eind aan Griekse tragedie (De Dagelijkse Standaard, 2 april 2014)

woordfeit
Potsierlijk komt van het Duitse possierlich 'lachwekkend, grappig, kluchtig', een afleiding van Posse 'grap, klucht'. Dat woord is verwant met Possen: van oorsprong een aanduiding voor grappige figuren in reliëf- of beeldhouwwerk. Het gaat terug op het Franse bosse voor 'bult, buil'; de figuren komen als een soort bulten uit het beeldhouwwerk omhoog.
Het Nederlands kent ook de woorden poets 'grap, streek' en potsenmaker 'grappenmaker'. Het is goed mogelijk dat die verwant zijn met het Duitse Posse. Een andere mogelijkheid is dat ze (net als petsen en patsen) samenhangen met een werkwoord voor 'een klap uitdelen'. De 'uitgedeelde klap' is dan later figuurlijk een 'streek' of 'grap' gaan aanduiden.

< >