Gepubliceerd op 17-01-2021

Veiligheidskundige

betekenis & definitie

v./m. (-n), staffunctionaris in bedrijven die tot taak heeft de bevordering van de veiligheid en de hygiëne van het arbeidsmilieu.

© De veiligheidskundige moet tevens in staat zijn problemen op aangrenzende terreinen te onderkennen om, waar nodig, het inschakelen van andere deskundigen te bevorderen. Hij zal zijn taak uitoefenen op basis van een zelfstandig oordeel op het gebied van zijn eigen deskundigheid. Door een vorm van ontslagbescherming is zijn onafhankelijkheid ten opzichte van zijn werkgever gewaarborgd. De Arbowet (→ Arbeidsomstandighedenwet) geeft de mogelijkheid tot het instellen van een Arbodienst, waarvan de veiligheidsdienst een onderdeel is. Hierin zal de veiligheidsdeskundige ook een bijdrage moeten leveren aan de multi-disciplinaire aanpak van problemen. De voornaamste taken van de veiligheidsdeskundige zijn:

1. aanbevelingen doen met betrekking tot het veiligheidsbeleid, zoals dit geïntegreerd is in het algemeen ondernemingsbeleid;
2. zich op de hoogte stellen van het effect van het veiligheidsbeleid en dit zo nodig bijstellen;
3. het meewerken aan de verbetering van de arbeidsomstandigheden met betrekking tot schadelijke dampen, gassen, stof, hitte, geluid en straling;
4. het verlenen van assistentie bij het geven van onderricht van werknemers met betrekking tot de gevaren bij de arbeid;
5. het onderzoeken en vaststellen van risico’s bij de toepassing van gecompliceerde technologieën;
6. het verlenen van bijstand bij het tot stand komen van het — eventueel door de Arbowet verplicht gestelde jaarplan en jaarverslag;
7. het geven van adviezen aan de ondernemingsraad (of de Arbocommissie), aan de werknemers of aan de werkgever;
8. het jaarlijks uitbrengen van een verslag aan de ondernemingsraad (of de Arbocommissie).

Via het Veiligheids Instituut te Amsterdam is het mogelijk in Nederland een opleiding te volgen tot hoger resp. middelbaar veiligheidskundige.

< >