(Ngwame), koninkrijk in zuidelijk Afrika, begrensd door Zuid-Afrika en Mozambique, 17400 km2, 570000 inw. Hoofdstad: Mbabane.
ECONOMIE
De bevolking, van wie slechts 8 % in steden woont, neemt elk jaar gemiddeld met 2,5 % in aantal toe. De beroepsbevolking telt 253000 personen, van wie 73 % in de (voornamelijk zelfvoorzienende) landbouw werkt. Een groot deel van de mannelijke beroepsbevolking werkt in Zuid-Afrika. Economisch gezien boekte Swaziland enige vooruitgang. De export van steenkool kon aanmerkelijk worden opgevoerd en in 1980 begon een suikerfabriek belangrijke hoeveelheden melasse aan Zuid-Afrika te leveren. Daarnaast putte het land flink wat inkomsten uit de casino’s en pornofilmzalen die Zuidafrikaanse toeristen lokten.
POLITIEK
Koning Sobhoeza n zette tot zijn dood op 22.8.1982 zijn autoritaire politiek voort. Ook in zijn rijk echter groeide het verzet tegen het gebrek aan inspraak van de bevolking en tegen de afhankelijkheid van de Zuidafrikaanse economie. In 1978 vormde de verboden socialistische Ngwane National Liberatory Congress (NNLC) zich om tot de Swaziland Liberation Movement (SWALIMO), een ondergrondse verzetsbeweging die nauw ging aanleunen bij het Zuidafrikaanse African National Congress (ANC). In 19111, het jaar van zijn diamanten regeringsjubileum, stelde de koning een commissie in, die de corruptie in het land moest bestuderen en bestrijden. Toen de hofkringen zelf in opspraak dreigden te komen, werd de commissie opgedoekt.
Zeer tegen de zin van Pretoria poogde Swaziland zijn handelsrelaties met Mozambique uit te breiden. In 1981 bezocht de Moz.imbiekse president Samora Machel het land en werd Swaziland lid van de Conferentie voor de Coördinatie en Ontwikkeling van Zuidelijk Afrika (CCDSA), die door de zwarte Afrikaanse staten opgericht was om hun afhankelijkheid van Zuid-Afrika te verminderen. Dit verhinderde niet dat Sobhoeza II in juli 1981 onderhandelingen begon met Pretoria over het verwerven van twee stroken Zuidafrikaans grondgebied. Het betrof enerzijds het gehele zwarte thuisland Kangwane, met een theoretische bevolking van 750000 etnische Swazi, en Ingwavoema, een noordelijk district van Kwazoeloe, dat door ca. 95000 Zoeloes bevolkt wordt. Vooral het afstoten van Kangwane, de corridor tussen Mozambique, Swaziland en de kist van de Indische Oceaan, zou voor Zuid-Afrika de controle op infiltraties van het ANC vanuit Mozambique vergemakkelijken. Met ’s konings toestemming joeg de Zuidafrikaanse politie overigens herhaaldelijk rebellen na op het grondgebied van Swaziland en in 1980 werden er verscheidene bomaanslagen gepleegd op woningen van Africaanse nationalisten. De voorgestelde gebiedsoverdracht lokte in Zuid-Afrika fel verzet uit.
Intussen was koning Sobhoeza II overleden en rees het probleem van zijn opvolging. Gezien zijn langdurige regering, waren ei in het land geen experts meer die zich nog herin aerden hoe de opvolging in vroegere tijden wa, geregeld. Een geschreven wet ter zake ontbrak. Sobhoeza zelf had zich over de zaak nooit duidelijk uitgesproken, hoewel hij bij zijn 100 vrouw ;n 600 kinderen naliet.De stamoudsten wezen dn 15-jarige prins Makhosetive als opvolger aar. Tot zijn meerderjarigheid zouden zijn taken worden waargenomen door de eveneens gekozen kc ningin-moeder (‘grote vrouwelijke olifant’) en regentes, prinses Dzeliwe. Na een paleisrevolutie werd Dzeliwe op 10.8.1983 vervangen door koningin Ntombi, de moeder van troonopvolger Makhosetive.