Engels schrijver en journalist, *24.3.1903 Sanderstead (Surrey). Muggeridge studeerde te Cambridge, waarna hij van 1927 -30 doceerde aan de universiteit van Cairo.
Hij was verbonden aan de Manchester Guardian, van 1930—32 als redacteur, van 1932-33 als correspondent te Moskou. Daarna werkte hij als redacteur van de Calcutta Statesman (1934-35) en de Evening Standard (1935-36). Na de Tweede Wereldoorlog kwam hij in dienst bij de Daily Telegraph, van 1946-47 als correspondent te Washington, van 1950—52 als redacteur. Van 1953—57 was hij medeuitgever van het satirische tijdschrift Punch. Van 1966-68 was hij rector van de universiteit van Edinburgh. Muggeridge schreef vele essays, vooral over theologische onderwerpen.
Werken: Three flats (1931), Autumnal face (1931), Winter in Moscow (1933), The thirties (1940), Ciano’s papers (1948), A ff airs of the heart (1949), Jesus rediscovered (1969), Something beautifulfor God (1971), Chronicles of wasted time. Vol. I. (1973), Jesus the man who lives (1976), A third testament (1977), (met Alan Thornhill) Sentenced to life (1978).Litt. I.Hunter, M.Muggeridge. A life (1980). Mukarovsky, Jan, Tsjechisch filosoof en linguïst, *11.11.1891 Pisek (Bohemen), f8.2.1975 Praag. Mukarovsky was vanaf 1929 hoogleraar esthetica te Praag. Hij behoorde met R.
Jakobson e.a. tot de in 1926 opgerichte → Praagse Kring, de eerste structuralistische school in de linguïstiek. Mukarovsky ging van drie beginselen uit: 1. kunst in de samenleving is een semiologisch gegeven (met andere woorden kunst functioneert binnen de symbolische tekenssystemen, waartoe ook taal behoort); 2. de rol van het subject dient herzien te worden, de mens moet minder als een op zichzelf staand centrum worden beschouwd; 3. het specifieke van het esthetische kan pas in samenhang met andere elementen van de kunst bestudeerd worden. Werken: Kapitoly z éeské poetiky (3 dln. 1948; Hoofdstukken uit de Tjechische poëzie), Studie z estetiky (1966; Studies over esthetiek).