Frans componist, *22.10.1905 Boedapest, t7.8.1969 La Roche Guyon (bij Parijs); van Hongaarse afkomst. Kosma was van 1926-28 koorrepetitor aan de opera te Boedapest.
In 1929 ging hij naar Berlijn, waar hij de invloed van B.Brecht en H.Eisler onderging. In 1933 vestigde hij zich in Parijs. Sinds 1935 zette hij zich (in samenwerking met de dichter J.Prévert) in voor de vernieuwing van het litteraire chanson (o.a. Les feuilles mortes, Barbara en Inventaire) dat door o.a. J.Gréco en Y.Montand werd gezongen. In 1944 was hij medeoprichter van het kleinkunsttheater La rosé rouge te Parijs.
Hij componeerde muziek voor meer dan 80 films, waaronder La grande illusion (1935), Les enfants du paradis (1944) en Juliette ou la clef des songes (1951). Kosma werd tevens bekend als componist van balletmuziek, o.a. Le rendez-vous (1945; voor R.Petit), Baptiste (1949; voor J.L.Barrault) en L’Ecuyère (1949; voor S.Lifar). Composities: opera’s: Les canuts (1959), Un amour électronique (1961), Les hussards (1969); toneel-, orkest-, kooren kamermuziek.