Gepubliceerd op 17-01-2021

Jeugdsekte

betekenis & definitie

v./m. (-n), ben. voor allerlei nieuwe vormen van religiositeit onder jongeren die in de jaren zestig ontstonden (vaak in de VS) en in de jaren zeventig wortel schoten in Europa.

© De naam sekte slaat niet op de herkomst van deze groepen, maar op hun leefwijze ‘buiten de maatschappij’. Toetreding betekent doorgaans een radicale breuk met ouders en leefgewoonten, intrek nemen bij een commune, opgeven van studie of beroep, afstand doen van geld en bezit. Kenmerkend voor de jeugdsekten is: een ‘goddelijk’ leider aan het hoofd; deze heeft een beweging gesticht om de mensen te redden; de leden zijn de ‘uitverkorenen’, die als taak hebben nieuwe leden te werven en geld in te zamelen. De trainingen of stapsgewijze inwijdingen van de jeugdsekten zijn uiterst intensief en overladen, en leiden vrijwel altijd tot een persoonlijkheidsverandering van de ingewijde, die terugkeer of contact uiterst moeilijk maakt. Juist deze vervreemding van eigen persoon en milieu wordt als het gevaar van de jeugdsekten gezien en heeft in de VS en Europa tot verenigingen van verontruste ouders geleid. → Bhagwan-beweging, → Children of God, → Divine Light Mission, → Hare Krishna-beweging, → Verenigingskerk.

Litt. T.Patrick, Let our children go! (1976); F.W.Haack, Wat zoeken zij? Religieuze randverschijnselen in onze tijd (1977); E.Fuchs, Jugendsekten (1979); F.W.Haack, Jugendreligionen (1979); K.Kollen, Jeugdsekten in Nederland (1980); U.Holste, Nieuwe religieuze organisaties (1980; uitg. door de Vereniging Samenwerkende Ouders Sektenleden, Valkenswaard); J.van der Lans, Volgelingen van de goeroe (1981).

< >