Gepubliceerd op 17-01-2021

Jean rousselot

betekenis & definitie

Frans dichter en essayist, *27.10.1913 Poitiers. Rousselot was vroeg wees en moest al zeer jong in zijn eigen levensonderhoud voorzien.

Tot 1946 werkte hij in overheidsdienst. Hij is medewerker van veel tijdschriften. Rousselot is een zeer produktief schrijver van essays, o.a. over Oscar Milosz (1949), P.Reverdy (1951), E.A.Poe (1953), B.Cendrars (1955), LaFayette (1957), Liszt (1958), Gengis Khan (1959), Orlando Pelayo (1959), Wagner (1960), Berlioz (1962) en Chopin (1968). Zijn directe sobere poëzie is vrij van vorm en ritme en sterk autobiografisch. Werken: poëzie: L’homme enproie (1949), II n'y apas d’exil (1954), Lepain sefait la nuit (1954), Le temps d’une cuisson d’ortie (1955), Distances (1963), Plus haut volant (1970), A qui parle de vie (1972).Litt. A.Marissel, Jean Rousselot (1960).

< >