Gepubliceerd op 05-06-2021

Brugge

betekenis & definitie

Belg. gemeente, hoofdstad van de prov. West-Vlaanderen, 128,05 km2, 118212 inw.

Brugge heeft sinds 1978 een ongeveer constant inwonertal. Emigratie vindt vooral plaats naar de zuidwestelijke randgemeenten Zedelgem, Jabbeke en Oostkamp. Het belangrijkste project van stadsvernieuwing is ’t Zand, waar een tunnel en een ondergrondse parkeergarage (1500 plaatsen) werden aangelegd en het centrale plein verkeersvrij is ingericht. In de binnenstad gaat de restauratie van historische gebouwen verder. Interessante moderne bouwwerken zijn o.a. het postgebouw, het gerechtshof en de eerste fase van het rijksadministratief centrum. Dank zij het unieke stadsbeeld en de doorgevoerde stadsvernieuwing neemt het eendagstoerisme nog steeds toe (ca. 1,5-2 mln. bezoekers per jaar). De snelweg rond Brugge werd in 1981 op de E5-autoweg aangesloten. Ten noorden van het centrum wordt het industrieterrein Herdersbrug uitgebouwd, met o.a. een huisvuilverwerkingsinstallatie en een waterzuiveringsstation.

Ook in Brugge neemt de industriële werkgelegenheid af, vooral in de metaalverwerkende nijverheid. De tewerkstelling in de tertiaire sector stijgt daarentegen. Na de activiteitspiek in 1979 (15,1 mln. t) daalde het goederentransport in de haven van Zeebrugge tot 12,84 mln. t in 1981. Vooral de hoeveelheid inkomende lading verminderde sterk (8,55 mln. t tegenover 10,1 mln. t in 1980). Dit verlies is vooral te wijten aan het teruglopen van de aanvoer van ruwe aardolie (minus 800000 t ten gevolge van de produktievermindering en later de sluiting van de raffinaderij van Texaco te Gent), van geraffineerde produkten (minus 170000 t), van voertuigen door middel van carferries (minus 340000 voertuigen) en van bouwmaterialen (minus 450000 t). Uitgaand was er een stijging van het goederentransport (4,29 mln. t tegen 4,1 mln. t in 1980) ondanks het verlies van afgewerkte petroleumprodukten (550000 t). Het containerverkeer kende een verdere groei en bereikte 2,23 mln. t in 1981. In 1981 deden 9043 zeeschepen de haven aan, 507 schepen minder dan in 1980. Het passagiersvervoer vanuit Zeebrugge bleef ongeveer op 2,3 mln. passagiers.

Tot 1982 werd voor de uitbreiding van de Zeebrugse voorhaven BF 20 mrd. geïnvesteerd, en voor de achterhaven, de zeesluis en de toegang tot de zeesluis 17 mrd. De bouw van de zeesluis (500 m nuttige lengte, 55,4 m nuttige breedte en 15 m drempeldiepte) startte in 1972. In de nieuwe achterhaven wordt een industrieterrein van 1400 ha aangelegd. In het voorhavengebied wordt een aardgasterminal gebouwd. Een oostelijke dam van 4,2 km lengte, met daarop aansluitend het terrein waarop de aardgasterminal gebouwd wordt, en een westelijke dam van 4,7 km lengte omsluiten het gebied. De werken begonnen in 1978 en moeten in 1986 voltooid zijn. Met de bouw van de LNo-terminal is Distrigaz in 1982 begonnen.

De eerste fase van de uitbreiding van een nieuwe marinebasis is gereedgekomen. Ten westen van de expresweg naar Zeebrugge wordt een opslag- en overslagzone aangelegd, die in zeer nauwe verbinding staat met de havenactiviteiten.

Litt. W.Muylaert, Guido Gezelle en Brugge. Het thema van de stad in zijn dichterlijk oeuvre (1980); Brugge betrapt: de Brugse historie in zantjes (1982).

< >