Oostduits schrijver, *27.1.1940 Plauen in het Vogtland. Jentzsch studeerde germanistiek en kunstgeschiedenis te Leipzig en Jena.
Van 1965 — 76 werkte hij als lector bij de uitgeverij Neues Leben, waar hij zich vooral bezighield met de uitgave van binnen- en buitenlandse lyriek. Na een protestbrief tegen de strafmaatregelen tegen Reiner Kunze en Wolf Biermann keerde hij niet in de DDR terug van een reis naar Zwitserland (1976). Jentzsch schrijft korte gedichten en verhalen en gebruikt eenvoudige taalmiddelen. Hij ontleent zijn motieven aan zijn kinder- en studententijd, aan de wetenschap, de techniek en de natuur. Hij vertaalde ook gedichten van o.a. Gyula Illyés, Jevgeni Jevtoesjenko, Harry Martinson en Yannis Ritsos. Werken: Alphabet des Morgens (1961), Das Wort Mensch (1972), Ratsch und ade! (1975), Der bitterböse König auf dem eiskalten Thron (1975), Quartiermachen (1978).