v./m., nieuw type onderwijs, waarbij het huidige kleuteronderwijs en het lager onderwijs worden samengevoegd en vernieuwd.
© In Nederland werd in 1975 een wetsontwerp ingediend door de toenmalige minister van Onderwijs, Van Kemenade. Samen met voorstellen voor een → middenschool en een =→ bovenschool legde Van Kemenade zijn ideeën omtrent de basisschool vast in de nota Contouren van een toekomstig onderwijsbestel (1975). De voornaamste voorstellen komen neer op: 1. samenvoeging van kleuterschool en lagere school; 2. verplichting voor bijzondere scholen om ten minste een derde van de bestuurszetels aan de ouders te geven; 3. eigendomsrechten van schoolgebouwen van het bijzonder onderwijs voor de gemeente; 4. een nieuwe stichtingsprocedure; 5. invoering van het vak Engels. De voorstellen zijn gebaseerd op de volgende overwegingen:
a. de breuk tussen het huidige kleuteronderwijs en het lager onderwijs moet worden weggenomen; niet de kalenderleeftijd is bepalend, maar de doorlopende ontwikkeling van de kinderen;
b. het systeem van jaarklassen, gekoppeld aan de leerstof, moet zoveel mogelijk worden doorbroken om de kinderen de kans te geven zich naar eigen aanleg en tempo te ontwikkelen;
c. er moet meer aandacht worden besteed aan de gevoelsmatige en creatieve vorming en aan het leren beheersen van sociale vaardigheden;
d. de te sterke opsplitsing in vakken is niet in overeenstemming met het wereldbeeld van de kleuter en het lagereschoolkind en moet daarom worden tegengegaan;
e. de school moet meer worden afgestemd op het taalgebruik, de gedrags- en waarderingsnormen en het leefpatroon van de kinderen; er moet meer samenwerking komen tussen schoolleiding, onderwijzers en ouders;
f. er moet meer aandacht worden besteed aan het opsporen van problemen in het ontwikkelingsproces, waardoor kinderen tijdig kunnen worden geholpen; kinderen mogen niet te snel worden ‘afgeschoven' naar het buitengewoon onderwijs.
Hoewel de basisschool, voor viertot twaalfjarigen, nog niet wettelijk geregeld is (gestreefd wordt naar invoering ervan in 1983), worden wel maatregelen in die richting genomen: de inspecties van kleuteronderwijs en lager onderwijs werden per 1.1.1978 samengevoegd, verschillende kleuterscholen en lagere scholen werken met een schoolwerkplan, gebaseerd op de integratiegedachte en bovendien werd in aug. 1978 gestart met de zgn. applicatiecursussen, die o.a. er op gericht zijn kleuterleidsters de bevoegdheid te geven te onderwijzen aan de onderbouw van de huidige lagere school en de toekomstige basisschool.
In België werd bij KB van 23.8.1977 de benaming rijkslagere school vervangen door rijksbasisschool. Sinds 1.9.1978 kan het experiment met het vernieuwd lager onderwijs, dat o.a. de integratie van het kleuteronderwijs in het basisonderwijs beoogt, in alle Belg. rijksbasisscholen worden toegepast (wet van 14.6.1978 betreffende de vernieuwingsexperimenten in het lager onderwijs en kleuteronderwijs).