Gepubliceerd op 17-01-2021

Anker jorgensen

betekenis & definitie

Deens politicus, *13.7.1922 Kopenhagen. Jörgensen was vanaf 1936 o.m. werkzaam binnen de vakbond.

In 1950 werd hij vicevoorzitter en in 1958 voorzitter van de vakbond voor magazijnpersoneel. In 1964 kreeg hij voor de sociaal-democraten zitting in het parlement. In 1968 werd Jörgensen voorzitter van de vakbond voor handarbeiders en gespecialiseerde arbeiders, de grootste vakbond van Denemarken. In het parlement werd Jorgensen plaatsvervangend fractievoorzitter en speelde hij een belangrijke rol als schakel tussen zijn partij en vakbonden. In okt. 1972 volgde hij J.O.Krag als premier op, toen de meerderheid van het Deense volk zich voor aansluiting bij de EG uitsprak. In sept. 1973 werd hij voorzitter van zijn partij.

Vervroegde verkiezingen in dat jaar resulteerden in een nederlaag voor Jörgensen. Bij de verkiezingen van jan. 1975 wonnen de sociaal-democraten en in febr. slaagde Jprgcnsen in de vorming van een uitsluitend uit sociaal-democraten bestaande minderheidsregering. Begin 1977 werd zijn economie-, huisvestings- en defensiebeleid door het parlement afgewezen. Bij de verkiezingen van febr. 1977 behaalde zijn partij echter schitterende resultaten. Jorgensen werd opnieuw premier van een sociaal-democratisch minderheidskabinet, dat in aug. 1978 met de rechts-liberale partij Venstre werd uitgebreid. Op 27.9.1979 trad ook deze regering af omdat de coalitiepartners het niet eens konden worden over de noodzakelijke maatregelen tot sanering van de slechte economische toestand.

De verkiezingen van okt. 1979 leverden nogmaals winst op voor de regeringspartijen en voor de conservatieven. Opnieuw werd Jörgensen premier van een sociaal-democratisch minderheidskabinet; er werden strenge economische noodmaatregelen aangekondigd.

< >