Russisch dichter, *12.5.1933 Moskou. Voznesenski studeerde architectuur, maar wijdt zich sinds 1958 voornamelijk aan de litteratuur.
Met J.A.Jevtoesjenko is hij de belangrijkste Russische dichter van het poststalinistische tijdperk. Zijn werk kenmerkt zich door een sterke geladenheid, terwijl hij zich steeds beknopt en kernachtig uitdrukt. Onderwerpen voor zijn oeuvre vormen de wetenschap en de technologie, zoals dat het geval was bij de dichters uit de beginperiode van de USSR (o.a. bij V.V.Majakovski). In 1968 werd hem de Russische staatsprijs voor litteratuur toegekend. Werken: De driehoekige peer (1962), De tegenwerelden (1964), Het achilleshart (1966), De schaduw van een klank (1970), Een gezichtspunt (1972). Litt. A.Michajlov, A.Voznesenski (1970).